Stadswandeling Leeuwarden 06-01-2015 deel 1


Vandaag ga ik met mijn vrij reizen kaartje van de NS naar Leeuwarden om daar een stadswandeling te doen. Ik heb gekozen voor de NS wandeling.

Leeuwarden is o.a. de stad van Mata Hari, de Oldehove, de Grote- of Jacobijnerkerk en de Bonfatiuskerk. Ik kan me eigenlijk niet heugen dat ik deze stad eens echt bekeken heb dus het is er hoog tijd voor.

Op het hoofdstation van Groningen heb ik nog even tijd om de mooie hal te bekijken om dat ik tijd genoeg heb voor de trein naar Leeuwarden.



Ook in de stationshal in Leeuwarden zijn de Jungendstil tegeltableaus uit 1904 zeker het bekijken waard.

Ik begin aan mijn wandeling en het valt me op dat het hier in tegenstelling tot Groningen niet zo erg druk is buiten voor het station.
Het weer is redelijk voor een wandeling. De temperatuur is voor de tijd van het jaar zelfs hoog en het is droog. Ik vind het wel jammer dat de zon niet schijnt want dat maakt een stad of wat dan ook altijd mooier.
Als een van het eerste passeer ik het Paleis van Justitie de zetel van het gerechtshof en de rechtbank Het is een statig gebouw uit 1846–1852 met een imposante zuilenportiek.

Mijn route voert me nu richting De Oldehove.
De Oldehove is een 40 meter hoge, wegens verzakking, onvoltooide romp van een gotische toren, gebouwd in de periode 1529–1532. Over de oorzaak van de scheef staande toren, doen een paar
fabels de ronde: voor de fundatie zouden koeienhuiden gebruikt zijn en de pet van een bouwvakker, werkzaam aan de toren, zou onder de fundatie terecht gekomen zijn.
Op het terrein voor de toren
liggen nu een aantal stenen met opschriften van oude advertenties en toegangskaartjes.



























Ik kom nu in de Prinsentuin. De Prinsentuin werd aan het eind van de 80-jarige oorlog aangelegd op het bastion dat de Spanjaarden uit de stad moest houden. Van 1648 tot 1750 was het het Lusthof der Friese Nassau's. Willem I schonk het in 1819 aan de stad, als wandelplaats voor de burgers. In het begin zie ik een beeldje staan. Het beeldje herinnerd aan de (fiets)tochten die in de hongerwinter (1944-1945) werden gemaakt naar het Friese platteland op zoek naar voedsel. Het is dus eigenlijk een oorlogsmonument. Hoewel het beeld voornamelijk bekend staat als Koerierster(tje), heet het werk eigenlijk 'Fietsend meisje in de laatste oorlogwinter'. Het water
waar ik langs loop, was vroeger de finishplaats van de Elfstedentocht. 





Als ik de Prinsentuin uit kom zie ik het Coulonhûs, een patriciërshuis uit het begin van de 18e eeuw, met in de gevel een aantal wapenschilden uit Friesland.






Het Museum Princessehof is het volgende wat ik passeer. Het gebouw bestaat uit een omstreeks in 1622 gebouwd gedeelte, en de restanten van een stins (Papingastins) die mogelijk uit de 15e eeuw dateert. In 1644 kwam het in bezit van het geslacht  Aylva  In 1731 werd het als residentie aangekocht door Maria Louise van Hessen-Kassel, in de volksmond: Marijke Meu, de weduwe van Johan Willem Friso van Nassau-Dietz, stadhouder van Friesland, voorouder van het huidige Nederlandse koningshuis. Zij bouwde een omvangrijke verzameling keramiek op, die nu deel uitmaakt van de collectie van het Keramiekmuseum.
Later werd het in drie woonhuizen opgesplitst; in het middelste daarvan is in 1898 de befaamde graficus M. C. Escher geboren.




De route voert me nu richting Raadhuisplein waar zich het stadhuis bevindt. Dit werd in 1715 door bouwmeester Claes Bockes Balk in barokstijl gebouwd op de kelders van de Aukemastins. (Een stins of state is een voormalige burcht of landhuis in de Nederlandse provincie Friesland. Het Friese woord stins betekent steenhuis. Oorspronkelijk werd de benaming stins alleen gebruikt voor de stenen wachttorens die bij de vaak houten state stond)
In het midden een carillon uit 1668 met 39 klokken.


Intussen is het wel tijd geworden om iets te eten en te drinken en ook zou het wel prettig zijn om gebruik te kunnen maken van een toilet. Vlak bij het Raadhuisplein zie ik een restaurant en ga er binnen. Het is er redelijk druk dus dat is meestal een goed teken. Ik bestel er de Walrussalade (het restaurant heet Walrus) en het is een salade met geitenkaas. De salade smaakt wel maar toch was de geitenkaas salade die ik met Mizzd in Dordrecht at veel lekkerder. Na een poosje wordt het weer tijd om verder te gaan.

Het duurt niet lang of ik kom bij het  St. Antonygasthuis. De mooie tuin heeft 2 prieeltjes. Het achterste voor de rijke mensen, die niet in het zicht wilden zitten en het voorste voor de iets minder bedeelden. De 4 woonvleugels dragen de namen van de adellijke families,die geldschieters waren voor de bouw ervan: Burmania, Minnema, Auckama en Wiarda. In het gebouw was ook sprake van een soort rangorde, de rijkeren woonden voorin en de iets minder bedeelden achterin. Alle panden met een vergulde klok in de gevel behoren tot dit gasthuis.





Even later passeer ik een vroegere stins  In dit pand woonde in haar meisjesjaren de latere danseres Mata Hari.
In de Eerste Wereldoorlog (1917) werd zij gefusilleerd door de Fransen wegens vermeende spionage. Op 7 augustus 1876 werd zij als Margaretha Geertruida Zelle in Leeuwarden geboren. 


Hierna duurt het niet lang of ik kom in de Jacobsstraat. In 2002 werd er een nieuw jacobalium in Nederland onthuld, en wel in Leeuwarden. Deze stad had vroeger een complete Sint-Jacobssymboliek: een straat, een kapel, een toren, een gasthuis en een prachtige Sint-Jacobspoort in het zuiden van de stad. Alleen de straat rest nog. Bij de renovatie van deze Sint-Jacobsstraat werd gezocht naar een subtiele verwijzing naar de pelgrimsweg naar de heilige Jacob.
Op ieder putdeksel in deze straat staat "CAMPUS STELLAE", een verwijzing naar Santiago de Compostela, en op iedere deksel een eigen afbeelding: zeven verschillende schelpen, ieder verwijzend naar een deel van het menselijk lichaam: van voet naar hoofd.


De Grote of Jacobijnerkerk in Leeuwarden is de grootste van de middeleeuwse kerken in deze stad. Het gotische bouwwerk werd tijdens de reformatie omgebouwd tot protestantse kerk en verloor haar altaren en veel van de versieringen. De kerk is nog steeds in gebruik bij de protestantse gemeente.
 De kerk werd tussen 1275 en 1310 gebouwd als onderdeel van een dominicanenklooster en werd later vergroot.  Sedert 1588 is dit de laatste rustplaats van de Friese Nassau's. Naast Leeuwarden hebben alleen Delft en Breda een Koninklijke grafkelder.


Het Oranje-poortje
Het broodpoortje
De Grote of Jacobijnerkerk in kent het Oranje-poortje. Via deze deur kwam de stadhouderlijke familie de kerk binnen. Opmerkelijk is dat het Oranje-poortje vrijwel recht tegenover de hoofdingang van de kerk is. Op die manier ontweken de Oranjes het gewone volk.
Opmerkelijker is dat naast het Oranje-poortje een ander klein poortje te zien is. Wat bescheidener, maar desondanks belangrijker. Dat kleine poortje is namelijk het broodpoortje, de oude voedselbank van Leeuwarden.
Via het broodpoortje werden voedselpakketten – doorgaans gewoon brood – uitgedeeld aan de meest nooddruftige van de samenleving. Uitgaande van de kerkelijke diaconie. Maar wel naast het Oranje-poortje: uit het zicht van het gewone volk, maar wel hand in hand met de leidende familie van het gebied.
Voor vervolg van de wandeling zie deel 2.

4 opmerkingen:

  1. Wauw.. wat een mooie en interessante stadstocht. Leeuwarden ben ik héél lang geleden nog eens geweest, toen ik een jaar of 12 was.. dus daar weet ik écht niks meer van! Dat gerechtsgebouw doet me heel erg aan het Dordtse stadhuis en de korenbeurs denken.. is ook uit ongeveer dezelfde tijd dus waarschijnlijk ook in neo-classisistische stijl herbouwd ooit.
    En een princessehof! heb al diverse prinsenhoven gezien her en der.. wist niet eens dat er een vrouwelijke vorm ervan bestond!
    Het woordje 'stins' ken ik uit het woordje 'stinzenplant'.. verwilderde planten doe ooit in de tuinen bij die stinzen gestaan hebben. Het sleutelbloemetje is een voorbeeld ervan, en volgens mij ook het boshyacintje.

    Prachtig stadhuisje.. die móét ik toendertijd toch ook wel gezien hebben, maar ik herinner me het echt niet meer hehe. Dat slaatje in Dordt wel.. maar dít hier ziet er toch ook wel heel lekker uit hoor Noortje! mjammm!
    Mooi die oude panden.. maar die putdeksels.. die heb je toch wel allemaal op de foto gezet hè.. daar zou ik niet aan voorbij gekund hebben zónder ze te kieken hoor! :-)
    Die gedraaide pilaartjes naast dat oranjepoortje zijn ook schitterend!
    Héél leuk verslag.. ik kijk al uit naar het vervolg!
    Groetjesss!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Nee ik heb niet alle putdeksels op de foto gezet. Ik las thuis pas dat er zeven verschillende waren. Dat van die stinzenplanten dat wist ik nu weer niet. Je ziet maar dat bloggen je kennis vergroot.
      Ik word al net als jij dat ik een verslag in meerdere delen ga maken. Maar er was ook zoveel te zien en zoveel informatie en dan doe ik ook nog niet alles.

      Verwijderen
    2. Wat een rijkdom, Noortje, in het station. Heel mooie en imposante gebouwen kwam je voorbij, zelfs letters-in-steen... In Brugge wijzen 'struikel'schelpen de weg vanaf de St.-Jacobskerk naar Compostella. Ze zijn nogal rond maar zitten bovengronds. Boeiend ook, die poortjes...
      Lie(f)s.

      Verwijderen
    3. Oh.. maar dan heb je een reden om nog eens terug te gaan hè.. al was het maar alleen al voor die putdeksels! hahahaha!
      Is handig toch, in meerdere delen.. hoef je niet alles in één postje te proppen, kun je veel meer vertellen en laten zien hè! :-)
      En oh ja.. wat Lies ook schrijft.. zó'n mooi oud station daar in Groningen!.. moet ik toendertijd zéker ook al gezien hebben, maar als 12-jarige heb je toch oog voor andere dingen blijkbaar ( de krokettenautomatiek waarschijnlijk hahahaha!)

      Verwijderen