Oefentocht van ruim 30 km. 28-06-2018

Ik wilde die donderdag graag een tocht van ongeveer 30 km gaan wandelen. Omdat die dag de bussen van het streekvervoer staakten had ik bedacht dat ik naar een treinstation moest lopen zodat ik ik de trein terug naar mijn woonplaats kon nemen. 
Op de ANWB route planner had ik gezien dat het vanuit Veendam via Zuidlaren naar Groningen 30 km was. Dus dat werd het dan maar. 
Het eerste stuk van Veendam naar Zuidlaren zouden er veel lange rechte landwegen in zitten en met de warmte van die dag niet echt mijn ding.
Eerst ging mijn route nog een klein stukje door Veendam. Ik passeerde het voormalige voetbalstadion "De Langeleegte".
Stadion De Langeleegte was de thuisbasis van Sportclub Veendam (SV). De tijd dat hier voetbal gespeeld werd is voorgoed voorbij. In het voorjaar van 2013 ging de voetbalclub namelijk failliet. Sindsdien is het stadion niet meer in gebruik en staat het er wat verwaarloosd bij.
Al snel was ik mijn woonplaats uit en na een poosje kwam ik in Kiel-Windeweer.Het is een klassiek veenkoloniaal lintdorp: een kaarsrecht kanaal met aan weerszijden huizen en boerderijen. Daar achter open veld. Het dorp is 8 kilometer lang.
Intussen was het behoorlijk warm geworden en ik moest een heel stuk door open veld, geen schaduw te bekennen.
Ik kwam een man met een hond tegen die zei dat hij het veel te warm vond om met zijn hond op het open fietspad te lopen en toen hij hoorde dat ik het plan had om via Zuidlaren naar Groningen te gaan wandelen zei hij dat hij daar veel bewondering voor had. 
Ik had andere sokken aan dan normaliter deze keer geen Falke wandelsokken maar katoenen sokken van Falke en ik merkte dat deze toch wat irritatie gaven. Toen ik een bankje zag wisselde ik ze om voor de wandelsokken die ik altijd draag en na er tevens een korte rust. 
Nu kwam er ook weer een stuk door open veld met geen schaduw. Wel zag ik Zuidlaren al wel in de verte maar het duurde toch nog wel een poosje voordat ik er was. In de verte zag ik werkzaamheden in het veld. 
Water, waterwinning en natuur krijgen straks alle ruimte in Tusschenwater bij De Groeve. Met de herinrichting van dit gebied wordt ook het laatste deel van het Hunzedal een mooi en natuurlijk moerasgebied. Uniek aan dit project is dat het niet alleen geschikt gemaakt wordt voor de berging van 1,3 miljoen kubieke meter water, maar er wordt ook drinkwater gewonnen én er is ruimte voor de ontwikkeling van natuur.
Ik kwam Zuidlaren binnen en ik had besloten dat ik als ik op de Brink zou zijn ik op een terrasje een pauze zou nemen en iets koels zou drinken. Ik bestelde gelijk 2 cola's want ik had behoorlijke dorst.

Na een poosje ging ik weer verder want ik was nog maar op de helft van mijn route. Toen ik Zuidlaren uitliep moest ik een heel stuk over een onverhard pad waar het erg warm was.
Ik wist dat wanneer ik in Midlaren zou zijn ik via een smal paadje tweeling hunebedden zou kunnen gaan bekijken. Ik had deze Hunebedden al vaker gezien maar vond deze zo bijzonder dat ik er toch weer een kijkje wilde nemen.
Niet veel mensen hebben een hunebed naast de deur! Maar Midlaren is een uitzondering, hier liggen zelfs twee hunebedden op het erf naast een oude 19de-eeuwse boerderij, de tweeling hunebedden D3 en D4.
Het viel me op dat er veel ooievaarsnesten waren waar ooievaars opzaten. 
 Even dacht ik dat ik de route kwijt was. Maar uiteindelijk zag ik dan toch De Hoge Hereweg. Hier was ook schaduw en het liep er heerlijk met die warmte.
Op weg naar Haren passeerde ik twee aparte bushokjes. Gelukkig zagen ze er nog goed uit niet beklad met graffiti wat je niet kon  zeggen van de schaftkeet hoewel dit nog meeviel.
Ik dacht steeds ik moet nu toch wel snel de Tuinkoepel aan de Hereweg zien want dat zou inhouden dat ik bijna bij het station zou zijn. Toch duurde dit langer dat ik gedacht had maar daar verscheen de koepel dan toch. Meestal zie ik deze koepel als ik in de trein zit maar nu kon ik deze dus eens wat beter bekijken. 
Toen rond 1800 de Brandenburgersteeg nog op de Hereweg uitkwam, stond op de zuidhoek een herberg alwaar “t Fortuin uithing”. In de vorige eeuw kreeg het etablissement een andere naam en raakte minder “welbeklant”. Als aangenaam buitenverblijf nabij de aan te leggen spoorweg werd het in 1864 samen met nog enige andere onroerende goederen voor aangekocht door de grootindustrieel Willem Albert Scholten. Hoe "aangenaam" de aankoop voor Scholten was, bleek al na twee jaar. Voor bijna dezelfde prijs verkocht hij toen namelijk een deel van de grond door aan de spoorwegen. Het buitenverblijf liet hij vervolgens afbreken om in 1869 op dezelfde plek een tuinkoepel te laten verrijzen. Deze tuinkoepel heeft de tand des tijds goed doorstaan; hij staat er nu nog steeds.
Trouwens toen ik thuis op internet over de Tuinkoepel las had ik spijt dat ik de weg niet had overgestoken want in de nissen staan gietijzerbeelden die de jaargetijden voorstellen.
Niet veel later was ik op het station waar ik, nadat ik iets kouds om te drinken gekocht had, de trein naar huis nam.
Ondanks het warme weer viel de route me mee hoewel ik het laatste stuk over de Hereweg naar het station wel erg lang was in mijn gevoel.
Toen ik thuis mijn schoenen en sokken uittrok zag ik dat ik toch weer blaren had. De laatste maanden heb ik hier steeds last van terwijl ik vroeger nooit geen blaren had.