Na een prima nachtrust en een heerlijk ontbijt stond een bezoek aan het Watersnoodmuseum in het dorp Ouwerkerk op ons programma. Het museum is gelegen in de zeedijk ten zuiden van het
dorp op het eiland Schouwen-Duivenland. Omdat we deze dagen in een B & B in Noord-Brabant zaten was dit natuurlijk minder ver dan vanaf mijn woonplaats. Een bezoek aan dit museum stond al heel lang op mijn verlanglijstje en dit was zeker nog meer aangewakkerd door Mizzd die er al vaker de Krekenwandeltocht liep en het museum dan de startlocatie was.
Zelf kan ik me, ondanks dat ik nog heel jong was, nog iets van de watersnoodramp herinneren wij woonden toendertijd in Heinenoord in een dijkhuis en ik zag roeiboten met konijnenhokken erin langs varen. Ook toen ik later op Goeree-Overflakkee woonde hoorden ik, vooral bij stormachtig weer, verhalen van mensen die de ramp van zeer nabij hadden meegemaakt.
Het museum is gevestigd in de vier caissons die werden
gebruikt voor het sluiten van het laatste dijkgat, wat was ontstaan tijdens de
ramp.
De Watersnoodramp van 1953 is de grootste natuurramp in de Nederlandse naoorlogse geschiedenis. Wanneer na een zware noordwesterstorm de dijken bij Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant doorbreken komen meer dan 1800 mensen om het leven en heel veel dieren.
Tussen vier en zes uur ’s nachts breken overal dijken door.
Het water stroomt vervolgens zo snel de polders in dat in sommige dorpen binnen
een half uur twee tot drie meter water staat. Automobilisten worden door de
stroming meegenomen, voordat ze überhaupt de kans hebben om hun motor af te
zetten. Veel families vluchten naar hun zolder, sommigen hangen urenlang aan
hun dakgoot. Anderen worden gegrepen door het water en verdrinken. Zo’n 165.000
hectare loopt onder water.
Het meest getroffen wordt de zuidzijde van Duiveland en
Overflakkee, daar valt veertig procent van de slachtoffers. Het officiële
dodental is vastgesteld op 1835.
bron: internet
Al dwalend door het museum had ik regelmatig een brok in
mijn keel. Vooral het verhaal bij dit koffertje raakte me erg en ook en ook de
verhalen over de slachtoffers. Dat daar
op de zuil bij het Multi Media Project als dodental 1835 + 1 staat heeft te
maken dat er in die nacht nog een baby is geboren.
Overal waren vitrines met allerlei voorwerpen uit die tijd. Mijn oog viel al snel op een gedenktegeltje waarop staat dat Heemstede mijn latere woonplaats Puttershoek adopteerde.
Ook waren er foto's van Geschenkwoningen te zien Houten huizen die Zeeland na de ramp geschonken kreeg door Oostenrijk en de Scandinavische landen. Ik ben als kind vaak in zo'n Noorse woning geweest omdat mijn schoolvriendinnetje erin woonde. Deze houten woningen staan er nog steeds.
Ik kwam in een soort nagemaakte woonkamer waar VR-brillen en controllers lagen.
Tijdens een gesimuleerde overstroming
kreeg ik instructies wat ik moest doen
en waar ik naartoe moest gaan om veilig weg te komen. Als ik er in slaagde alles goed en op tijd te doen, zou ik uit het huis gered worden door een bootje. Wanneer ik te langzaam zou zijn voor het
wassende water, zou ik een zwart scherm krijgen.
Ik vond het doodeng in no-time stond het water tot aan mijn lippen en kreeg ik een zwart scherm. Verdronken dus!!!
Manlief en mijn schoonzusje waren veel sneller in het museum uitgekeken dan ik en eigenlijk had ik er nog wel langer willen rondkijken hoewel we er al wel een hele tijd waren.
We verlieten het museum en liepen eromheen.
Buiten bij het museum kwamen we het kunstwerk
"Luctor 1953" tegen. Het is een herinnering aan de mensen die nooit
teruggevonden zijn, opgesloten in de zee.
Er zijn veel kreken daar in de buurt.
Een kreek is een kleine watergeul, die ontstaan is als
gevolg van een dijkdoorbraak of een restant is van een ingedijkte vroegere
getijdengeul. Na een dijkdoorbraak zorgt het in- en uitstromende water (onder
invloed van eb en vloed) er vaak voor dat de geul een behoorlijke diepte
bereikt. Na dichting van het gat in de dijk blijft de kreek over.
Renesse was erg druk met toeristen vooral met Duitsers en dat is nog niets veranderd met vroeger toen ik met mijn ouders naar Haamstede ging met vakantie. We keken wat rond bij de winkeltjes en namen later een terrasje. Het was nog zulk lekker weer dat we zelfs buiten konden zitten.
Eerst hadden we het plan om in Renesse een hapje te eten maar Manlief opperde het idee om naar Brouwershaven te gaan naar "Steakhouse Jacob Cats". Vroeger toen ik nog in Middelharnis woonde aten we daar ook weleens. Ook nu was het al weer donker toe we de zaak verlieten.
Ik vond het weer een geslaagde dag en ben blij dat ik het Watersnoodmuseum eindelijk eens bezocht heb hoewel ik het wel heel triest vond wat ik daar allemaal zag en hoorde.