Kerstwens 2020

 

Ondanks dat we deze feestdagen waarschijnlijk anders zullen vieren dan voorgaande jaren wil ik toch iedereen hele fijne dagen wensen en vooral een beter jaar dan 2020. Hopelijk wordt het dan weer wat normaler.


Hondsrugroute 28-11-2020

foto op internet gevonden omdat route niet meer met bordjes wordt aangegeven
Mijn schoonzusje en ik hadden deze datum al een tijdje geleden in onze agenda's genoteerd om op deze dag de Hondsrugroute te gaan rijden. Hoewel het deze dag helaas wat mistig was gingen we toch.

De Hondsrug, duizenden jaren wonen er hier al mensen. Een zandrug in het noorden van Nederland, vroeger omgeven door zompig veen en vlakbij de Waddenzee. Destijds was de Hondsrug de enige streek in de wijde omtrek waar je hoog en droog kon wonen en reizen.
De Hondsrug heeft een lange geschiedenis die haar weerga niet kent. Het gebied loopt van het centrum van de stad Groningen in het noorden, via de gemeenten Haren, Tynaarlo, Aa en Hunze en Borger – Odoorn naar het zuiden naar de gemeente Emmen en de gemeente Coevorden. Het begon, een paar miljoen jaar geleden in de ijstijden toen ijs, wind en water de Hondsrug zijn vorm gaven. Over het metersdikke veenmoeras dat later tegen zijn hellingen omhoog kroop.
Hier sloegen de eerste mensen die naar de Hondsrug kwamen, de Neanderthaler-jagers, hun kampen op. Hier zijn vuurstenen werktuigen en de botjes van hun jachtbuit gevonden. Het trechterbekervolk bouwde op de Hondsrug de hunebedden om hun doden in te begraven. En in het veld vind je nog steeds de sporen van de wagens en karren die in de middeleeuwen de Hondsrug volgden op weg naar Groningen.
Hier bouwden boeren hun dorpen en kerken. Mensen maakten elkaar vroeger bang met de wrede reuzen Ellert en Brammert die over het veld heersten. En ook over de betoverende Witte Wieven die reizigers ’s nachts zouden beheksen.
Wij startten onze route in Rolde en gingen door naar Gieten. Een oud esdorp. Vroeger een belangrijke kruising van noord-zuid- en oost-west verbindingen. Eeuwenlang vonden reizigers op hun tocht een veilig onderdak voor de nacht in de herbergen van Gieten. 
Het is altijd leuk om een route te rijden want je ziet dan dingen die je nooit eerder zag. In Gasselte is een witgepleisterd kerkje uit de 13e eeuw. Het is een van de oudste Drentse dorpskerkjes. Omdat we de route van internet hadden gedownload werden we hier op opmerkzaam gemaakt want het staat nogal van de straatkant af en uit het zicht onttrokken.
In de tuin van de pastorie staan drie witte beelden die naar men zegt door schippers van Gasselternijveen uit dankbaarheid aan het hoofddorp Gasselte zijn geschonken. Het zou een fijn gebaar geweest zijn ware het niet dat de beelden uit het park van een landgoed aan de Vecht waren meegenomen.
In de routebeschrijving staat dat je schitterende vergezichten kan hebben maar omdat het mistig was was dit dus niet zo.
In Borger is het grootste hunebed van Nederland het is 22 m. lang. Natuurlijk gingen we hier ook kijken.
In het centrum van Borger bekijken de protastantse kerk uit de 14e eeuw die op enorme veldkeien is gebouwd. Het rooster dat de kerk en ook het kerkhof scheidt van de straat, weerhield vroeger loslopende varkens en ander dieren om het kerkhof te betreden. In de volksmond werd overigens aan dit rooster een geheel andere functie toegeschreven. Het zou “de duivel met zijn bokkenpoten” weerhouden om de kerk en het kerkhof dat tot 1830 nog als begraafplaats werd gebruikt te betreden. 

We hadden onderhand wel trek in koffie en aangezien de horeca i.v.m. de corona nog steeds gesloten is hadden we zelf een thermoskan meegenomen. Het was eigenlijk wel veel te fris om het buiten op te drinken en het was jammer dat de mist nog steeds niet optrok. 
In Odoorn passeerden we een kerk die sinds de 12e eeuw nagenoeg onveranderd is gebleven. Het schip en de toren vielen wel regelmatig ten prooi aan vlammen. Opmerkelijk is dat het onderste deel van de muur uit bewerkte blokken graniet is opgebouwd.

Vlak bij de kerk staat en schuurtje en we vroegen of af of je daarin wel iets droog kan houden, haha.
Op onze routebeschrijving stond dat je midden in het veld de grafheuvel, "Het Eppiesbargie" kon zien. Natuurlijk wilden we deze wel even van dichtbij gaan bekijken.
De heuvel stamt oorspronkelijk uit circa 2500 v.Chr. De steentijd eindigde en de bronstijd kwam. De heuvel bleef in gebruik als begraafplaats. De heuvel werd opgehoogd en er kwamen een krans van stenen en een greppel omheen te liggen.
Na 1200 v.Chr. stopte men met het begraven van de overledenen en ging men voortaan zijn doden cremeren. In het Eppiesbergje zijn ook enkele urnen uit die tijd gevonden. Archeologen ontdekten dat rond de heuvel een groot urnenveld moet hebben gelegen.
Volgens de overlevering is de naam Eppies Bargie ontleend aan de voormalige eigenaar van de aangrenzende gronden, ene Egbert (Eppie) Vos die zich op deze plek zou hebben verhangen.
Als we in de buurt van Noord-Sleen zijn wijken we van de route af want we weten dat er ergens in de buurt een slager zit die heerlijke droge worsten verkoopt. Met Manlief ging ik hier ook vaak aan (ook altijd wel met een omweg) omdat hij deze het lekkerste vond.
Het was even zoeken om weer terug op de route te komen omdat de weg terug door een ongeluk was afgesloten. Toch kwamen we weer op de route en wilden we zeker het bezienswaardigste hunebed van Drenthe bekijken; "De PapelozeKerk" 
Met dit hunebed als kansel hielden hervormde geestelijken o.l.v. Menso Alting in de 16e eeuw hun geheime hagepreken tegen het paapse gezag. Vandaar de bijzondere naam. Nu is dit steengraf het pronkstuk onder de hunebedden. Het werd in 1959 op de helft van de dekheuvel na, zo goed mogelijk in de oorspronkelijke staat teruggebracht en vormt als zodanig een educatieve en toeristische trekpleister.
Het is daar een heel mooi bosrijk gebied waar dit hunebed zich bevindt. Zeker een mooi gebied om er te wandelen maar dat deden we nu niet. 
In Westdorp komen een hunebed tegen met een wel heel bijzonder geschiedenis.
dit vond ik op internet over dit hunebed en daarom  plaats ik er  deze foto van
We kwamen langs het dorp Grolloo waar het Cuby en Blizzard Museum gevestigd is in de boerderij waar de leadzanger Harry Muskee van de bluesband van 1965 tot 1971 woonde. Ook bevindt zich in Grolloo cafĂ© Hofsteenge ooit "de huiskamer van Cuby". Omdat alles door corona gesloten was reden we weer naar het punt waar we aan onze route begonnen waren. 
Omdat we niet ergens uit eten konden gaan haalden we een afhaal maaltijd op bij de Chinees.
Het was jammer dat het mistig was maar toch was de route de moeite van het rijden waard. Ik ben mijn schoonzusje heel dankbaar dat ze steeds in deze tijd van het jaar zulke leuke dingen verzint om te doen ondanks dat er veel minder mogelijk is door de coronamaatregelen. Ik vind de maand december best een lastige maand nu Manlief er niet meer is hij genoot altijd zo van deze maand.

Een driedaags arrangement naar de Veluwe van 05-11 tot 07-11-2020


afbeelding van internet
Weken geleden hadden mijn schoonzusje en ik een arrangement geboekt in een hotel op de Veluwe. Het was natuurlijk wel steeds de vraag of het wel door zou kunnen gaan omdat er steeds weer nieuwe regels kwamen m.b.t. tot het corona virus. Maar gelukkig konden we naar het hotel gaan er mocht alleen vanaf 20 uur geen alcohol meer geschonken worden nu dat was voor ons geen probleem.
Onderweg kon je nergens iets gebruiken en we besloten daarom op de heenweg in Bunschoten bij een viskraam aan de haven een lekkerbek te gaan kopen. Manlief zei altijd dat ze daar de lekkerste vis hadden.
Je mocht je vis niet bij de kraam opeten dus waren we genoodzaakt om deze in de auto te eten met het risico dat je een vetvlek op je broek kreeg maar gelukkig gebeurde dit niet.
Hierna bezochten we in Kootwijkerbroek nog een kledingzaak waar ik in het verleden weleens kleding kocht. Ik zocht een trui in een bepaalde kleur maar kon in de buurt van mijn woonplaats niet slagen. Ik vond al snel een trui die mij aanstond en in de juiste kleur. Dus missie geslaagd! 
Hierna werd tijd om naar ons hotel te gaan wat midden in de bossen lag.
Het viel ons meteen op hoe ruim opgezet het hotel was. Brede gangen en veel ruimte in de lobby en bar. Op de vraag of we een mondmasker moesten dragen werd gezegd dat dit niet nodig was als je maar 1,5 meter afstand hield en dat ging er gemakkelijk.
Nadat we onze spullen op onze kamer gebracht hadden ( er was in ieder geval een hert die over ons waakte als we sliepen, haha) gingen we naar de lobby om iets te drinken. Ondanks dat er niemand was werd er gezegd ga lekker bij de open haard zitten dan steken we die voor jullie aan. We voelden ons echt welkom.
We deden die avond na het diner spelletjes en keken TV.
De eerste nacht werd ik om 1 uur wakker van keiharde muziek. Toen ik naar buiten keek zag ik natuurlijk niets want het hotel staat immers midden in de bossen. Het duurde minstens een uur en ik dacht zou dit nu een illegaal feest kunnen zijn. Maar ik vond het wel een gekke dag hiervoor het was immers van donderdag op vrijdagnacht. 
Toen ik het 's morgens aan de ober bij het ontbijt vroeg zei deze dat het waarschijnlijk uit een van de appartementen die ook op het terrein staan gekomen was. 
We wilden tijdens deze twee dagen o.a. het park van kasteel Staverden bezoeken.
Graaf Reinald van Gelre stichtte rond 1300 een nederzetting op de noordelijke Veluwe, niet ver van Harderwijk. De nederzetting had moeten uitgroeien tot een stad, maar de vestigingsplaats was hiervoor blijkbaar niet geschikt. Tot veel meer dan het door de graaf gebouwde kasteel en wat boerderijen er om heen, is het nooit gekomen.
Het kasteel werd door de hertogen van Gelre destijds veelvuldig gebruikt als jachtslot. Sinds 1400 woonden er leenmannen op kasteel Staverden, die het kasteel voor de graaf moesten bewaren en verdedigen. Zij hadden ook de verplichting om witte pauwen te houden. De veren van deze pauwen moesten dienen om de hoofdtooi van de grafelijke helmen te verfraaien. Daarom wordt kasteel Staverden ook wel de Witte Pauwenburcht genoemd. Ook vandaag de dag worden er op Staverden witte pauwen gehouden, hoewel er al lang geen graven van Gelderland meer zijn en er geen helmen meer met pauwenveren gesierd behoeven te worden.
Omstreeks 1600 kwam het kasteel in handen van de Van Haersoltes, die het kasteel in de volgende twee eeuwen verbouwden tot een meer bewoonbaar huis. Omstreeks 1840 werd het huis, dat inmiddels in andere handen was overgegaan, opnieuw verbouwd naar de eisen van die tijd. Kasteel Staverden kreeg zijn huidige vorm, op de oude dertiende-eeuwse fundamenten, pas in 1905, nadat het landgoed was aangekocht door Mr. 's Jacob, burgemeester van Rotterdam. Zijn erfgenamen verkochten het huis aan de huidige bezitter, de stichting Het Geldersch Landschap.
In Beekbergen bekeken we de Grote Kerk.
Het huidige kerkgebouw werd in de 15e eeuw gebouwd als vervanging van een oudere kerk uit de elfde eeuw. Het oorspronkelijke bouwmateriaal, tufsteen uit de Eifel, werd hierbij hergebruikt. Het koor werd in het begin van de zestiende eeuw toegevoegd. Het onderste deel van de toren dateert uit de dertiende eeuw. Aan het eind van de vijftiende eeuw werd de toren verhoogd met een bakstenen gedeelte. De huidige spits werd geplaatst in 1867.
Ook wilde ik graag het voormalig station Beekbergen zien ik was er in het verleden al vaak langs gekomen als we op de Veluwe kampeerden.
Het is nu het hart van een levend spoorwegmuseum: het Museumstoomdepot met een zeer omvangrijke collectie materieel, een grote werkplaats, een prachtig oud stationsgebouw met een authentiek station kantoor, een grote draaischijf voor het draaien van de stoom- en diesellocomotieven, een rijdende kolenkraan, waterkolommen, vleugelseinen, handbediende overwegen.
Ook stond een bezoek aan de waterval van Loenen op ons programma. Trouwens ik wist niet eens dat daar een waterval was.
Een waterval in Nederland klinkt voor een plat land als een tegenstelling. Er zijn geen bergen, hooguit wat heuvels. En een groot deel ligt onder de zeespiegel dat overstroomt als de dijken doorbreken. Toch heeft Nederland een heuse waterval. Met een verval van 15 meter - op papier net zoveel als de beroemde Watervallen van Coo in België - is de waterval bij Loenen op de Veluwe de hoogste van Nederland.
Voor de economische ontwikkeling van Apeldoorn werd in 1825 het Apeldoorns Kanaal gegraven. Om de toevoer van water in het kanaal veilig te stellen, werden in de bossen van het Schalter kunstmatige beekjes (sprengen) aangelegd. Zo'n spreng ontspringt uit een kunstmatig aangelegde bron waaruit grondwater omhoog borrelt.
De Vrijenbergspreng en de Veldhuizerspreng zijn de grootste sprengen in het gebied. Beide zijn ongeveer 6 kilometer lang en door de vele zijsprengen wordt er geleidelijk een brede beek gevormd.
Omdat het hoogteverschil in de Vrijenbergspreng nogal fors was, werd een waterval met trappen aangelegd. Het totale verval is zo'n 15 meter. Bij zo'n verloop verwacht je natuurlijk volop spektakel, maar de werkelijkheid is iets anders. De Loenense waterval is weliswaar een heuse waterval, maar dan op z'n Nederlands!
Op het pad naar de waterval kwam ik ook nog een paar paddenstoelen tegen maar weer geen kabouters, haha.
Wanneer we tegen het donker weer aankwamen bij het hotel vond ik dat het er sprookjesachtig uitzag.
We hebben heerlijke dagen gehad en we troffen het echt met het weer. Toen we weer naar huis gingen heb ik de traditie in ere gehouden die ik altijd met Manlief had als we van de Veluwe terug naar huis gingen om bij bepaalde zaken zoals b.v. bij een slager grillworst mee naar huis te nemen.
Ondanks dat je nergens in een restaurant kon gaan zitten kon je wel op veel plaatsen coffee to go kopen en dat dan maar in de auto opdrinken.