afbeelding van internet |
Aangezien ik naar Bever Sport in Groningen moest voor een paar nieuwe sloffen en de horeca weer open was besloot ik er gelijk de wandeling "De stad van het Noorden" te doen. Dit is ook een wandeling van de Eropuit app van de ANWB en ik had gezien dat ik er vlak langs zou komen. De wandeling zou 7 km zijn en dat vind ik tegenwoordig een prima afstand.
Toen ik met de trein in Groningen aankwam ging ik de stationshal in wat ik anders nooit doe maar deze hal is erg fraai.
In
1874 werd besloten de knellende vestingwerken rond Groningen te slechten.
Daarna kon de stad eindelijk verder uitbreiden en nadenken over de bouw van een representatief stationsgebouw.
Het monumentale bouwwerk van architect Isaac Gosschalk was klaar in 1896 hoewel
de gevelsteen boven de ingang het jaartal 1895 vermeldt. Het pand is een
rijksmonument. De stationshal is van binnen prachtig en behoort behoort tot de
fraaiste stationsgebouwen van Nederland. 1896 werd voltooid, hoewel de
gevelsteen boven de ingang het jaartal 1895 vermeldt. Het pand is een
rijksmonument.
Op het Stationsplein bevindt zich het beeld "Het Peerd van Ome Loeks".
deze foto is ook afkomstig van internet want mijn foto's zijn niet goed geworden |
Het
Peerd van Ome Loeks is samen met de Martinitoren een van de bekendste symbolen
van de stad Groningen.
Het verhaal over het paard is afkomstig uit een Gronings
liedje uit circa 1900. Over de identiteit van de Ome Loeks uit het Groningse
lied bestaat onduidelijkheid. Er zijn verschillende Loeks als kandidaten. Maar de bekendste "Loek" is echter Lukas 'Loeks" van Hemmen
(1876-1955). Deze kandidaat had een kroeg en stalhouderij aan de Zweg in
Groningen, de Slingerij. De man had een beroemd renpaard, Appelon geheten, waar
het niet goed mee afliep. Op een dag trapte het paard naar de stalknecht waarop
Loek het ongedurige dier met een riek terugdreef. Daarbij zou Appelon een
verwonding opgelopen hebben. Enkele dagen later overleed het renpaard. Toen de
paardenslager het kadaver wat later kwam halen zouden een paar jongens ’t Peerd
van Ome Loeks is dood hebben gezongen.
Wat ik wel grappig vond om te lezen was dat het daar mag staan als het maar niet met de billen naar het stationsgebouw wijst.
Ik moest de brug over langs het Groninger Museum, dit museum ligt op een museum eiland voor het station.
Het zijn kleurrijke gebouwen van de hoofdingenieur Alessandro Mendini koos voor een museum dat bestaat uit
verschillende paviljoens die elk een afdeling huisvesten. Elk paviljoen is door
een andere architect ontworpen en heeft een eigen vorm en kleur, afhankelijk
van de functie. De collectie is zeer breed en loopt van archeologische vondsten
tot Aziatisch keramiek en expressionistische schilderkunst van de
kunstenaarsvereniging De Ploeg.
Er dreef een Badkat met een Gyppy (die ik niet op de foto gezet heb) voor het museum. Dit is bedacht, ontworpen en geschilderd door Studio MAKY met kinderen uit twee Groningse wijken. Het maakte onderdeel uit van de Kinderbiënnale.
In de route beschrijving had ik gelezen dat ik langs een Openbaar
toilet aan Reitemakersrijge zou komen wat een kunstwerk was. Ik was wel nieuwsgierig naar dit toilet want ik had het nog nooit gezien.Het toilet is een ontwerp van architect Rem
Koolhaas en fotograaf Erwin Olaf; zij ontwierpen het urinoir voor de A Star is
Born (1996), een stadsmanifestatie die stedenbouw, architectuur, kunst en
theater samenbracht in een wervelende mix met als overkoepelend thema water.
Het ronde toilet bestaat uit twee gebogen wanden van melkglas, die samen het
yin- en yangteken vormen. Daarboven bevindt zich een zwevend dak van
geperforeerd roestvrij staal. De druppelvormige gaten in het dak zijn opgevuld
met glas.
Bijzonder aan dit toiletgebouw is dat het niet alleen een
afdeling voor heren maar ook voor dames heeft, elk met een eigen ingang. In de
melkglazen wanden is een fotocollage te zien van Erwin Olaf in blauwe en
dieppaarse tinten tegen een effen, lichte achtergrond. De foto’s verbeelden de “strijd
der seksen”: exotische dames en heren gaan elkaar speels te lijf. Ze zijn
gekleed in parels en diamanten en uitgerust met stereotype attributen als een
deegroller, een zwaard, bokshandschoenen en een speelgoedpistool. In de boven-
en onderrand keren de figuren als een soort decoratieve rand terug. ’s Avonds
wordt het toilet van binnenuit verlicht. In de winter is het gesloten i.v.m. bevriezing gevaar.
Ik kom langs twee mooie middeleeuwse gebouwen waarvan gezegd wordt dat het de mooiste van Groningen zijn of dat echt zo is durf ik niet te zeggen er zijn verschillende mooie gebouwen in Groningen.
Het zijn twee veertiende-eeuwse panden: het Canterhuis en het Gotisch Huis .In deze gebouwen is het Noordelijk Scheepvaartmuseum gevestigd.
De Der
Aa-Kerk is genoemd naar het riviertje de Aa en is vooral te herkennen aan de geel
en blauw geverfde houten torenspits. De kerk wordt gebruikt voor tentoonstellingen en evenementen. Binnen moet er een hoog, licht gebouw met plafondschilderingen zijn die vermoedelijk in
1494 zijn aangebracht. Na de
Martinikerk is dit het belangrijkste overgebleven middeleeuwse kerkgebouw van de
stad.
Achter de
kerk bevindt zich De korenbeurs wat nu het domein is van een bekende supermarktketen.
Reeds vanaf de middeleeuwen was Groningen een belangrijke
handelsplaats van voornamelijk agrarische producten. Eind 18e eeuw neemt de
belangrijkheid zodanig toe dat er een aparte graanbeurs wordt gehouden. Deze
beurs kreeg van het stadsbestuur een eigen houten beursgebouw in 1774 en na
uitbreiding werd in 1826 een groter stenen gebouw in gebruik genomen. Deze beurs groeit verder
uit en in 1865 wordt het huidige beursgebouw in gebruik genomen. Het gebouw heeft een imposant interieur van steen, gietijzer en vooral veel glas. Het glas was nodig om de
keurmeesters voldoende daglicht te geven
bij hun werk.
Het viel me op dat het niet druk was in de stad en dat vond ik wel prettig. De volgende bezienswaardigheid op de route was het Academiegebouw.De stad Groningen heeft sinds 1614 een universiteit. Deze was eerst gevestigd in een oud kloostercomplex aan de Broerstraat, maar in 1850 werd op die plaats een nieuw academiegebouw gebouwd in neoclassicistische stijl.
Vrouwenfiguren op de gevels stellen de personificaties voor van de Dichtkunst,
Wetenschap, Wijsheid, Wiskunde en
Geschiedenis.
De volgende bezienswaardigheid op de route zou de Prinsentuin zijn. Op weg er heen passeerde ik o.a, deze twee huizen. Ik dacht te lezen het "Huis met de dertien Drempels" maar toen ik het thuis opzocht zag ik dat het het "Het huis met de dertien Tempels" moet zijn.
Het Huis met de 13 tempels
werd gebouwd in de 15e eeuw, terwijl het in het begin van de 18e eeuw
ingrijpend verbouwd werd en zijn huidige exterieur kreeg. Het pand is een beschermd rijksmonument. De twee huizen deelden een
voorgevel die bekroond werd met 13 pinakels of tempels vandaar de naam
Het middeleeuwse
dubbelpand werd in 1710 ingrijpend verbouwd tot een breed herenhuis. In 1756
werd het verder verfraaid, waarbij onder meer de ingangsomlijsting en consoles
werden aangebracht. Het pand werd in 1964 gerestaureerd waarbij latere
verbouwingen grotendeels ongedaan werden gemaakt. Anno 2017 is het in gebruik bij de universiteit.
Over het bovenstaand huis heb ik niets kunnen vinden. Het duurde niet lang of ik was bij de Prinsentuin.
De Prinsentuin (ook wel de
Prinsenhoftuin genoemd) is een renaissancetuin en ligt achter het Prinsenhof,
een gebouw uit de 15e eeuw. De tuin werd in 1626 aangelegd in opdracht van
stadhouder Willem Frederik en zijn vrouw Albertine Agnes. Het ernaast gelegen
Prinsenhof was vanaf 1594 de plaatselijke residentie van de Prinsen van Nassau.
In de muur naar de tuin bevindt
zich de uit 1731 daterende Zonnewijzerpoort, die in 1953 werd hersteld. De
poort ontleent zijn naam aan de zonnewijzer die erboven is aangebracht.
Boven de zonnewijzer staat
een Latijnse tekst. De woorden Tempus Præteritum Nihil Futurum Incertum.
Præsens Instabile. Cave Ne Perdas Hoc Tuum wat als De vergane tijd is niets, de
toekomende onzeker, de huidige wankel. Zorg dat je die van jou niet verspilt
kan worden vertaald.Ik was nu vlakbij de zaak van Bever Sport en ik ging daar dus eerst heen. Gelukkig hadden ze de sloffen die ik wilde hebben. Via de steeg Kleine Snor kwam ik op het Martini Kerkhof
Aan het Martini kerkhof bevindt zich het provinciehuis. Dit is door dezelfde architect getekend als het Academiegebouw. Op het Martini kerkhof werd tot 1828 mensen begraven maar daar is nu niets meer van te zien want het is nu een soort wandelparkje.
Hier bevindt zich ook de achterkant van de Martini kerk met de Martini toren. De Martini toren is bijna 97 m hoog.Er stonden nog twee bezienswaardigheden op mijn routebeschrijving en dat waren twee hofjes die zich in de binnenstad bevinden. Helaas stonden er briefjes op de deur bij de poort dat ze i.v.m. corona niet toegankelijk waren voor bezoekers. Ik vond dit wel jammer wat ik verwonder me er altijd over dat het zo lekker rustig is in zo'n hofje midden in de stad.Ik was al eens in die hofjes geweest dus wist wel hoe ze er uitzagen maar toch.
Na mijn wandeling ging ik ergens een hapje eten en natuurlijk werd de QR code weer gecontroleerd maar ik ben blij dat ik deze heb en zo er mede voor kan zorgen dat ze weer klanten mogen ontvangen en weer wat kunnen verdienen.
De wandeling was 7 km en ik denk dat dat wel ongeveer klopte. Wel heb ik sommige foto's van internet gehaald want ik ben bang dat mijn cameraatje niet goed meer is. Op veel foto's is een wazige vlek te zien.