IJspret in mijn woonomgeving 14-02-2021

Ik heb al vaker geschreven dat ik in een buurt woon met veel vijvers en singels en daar kon men het afgelopen weekend goed schaatsen. Het was er niet druk maar wel erg gezellig. Omdat ik een brief  naar de post moest brengen besloot ik om langs wat singels te gaan. Hoewel het op sommige plekken nog best glad was was het wel oppassen geblazen.
Zowel op de vijver voor mijn huis als op de vijver achter mijn huis werd er geschaatst. Ik zag ook een groep op het ijs in stoeltjes zitten maar ik vroeg me wel af of ze de 1,5 meter in acht namen want het leek er niet op.
Het viel me op dat ik steeds mensen tegenkwam die een praatje met me maakten en ook nog een stel die het even over mijn overleden man hadden (dit deed me echt goed) Ik kenden ze niet maar Manlief sprak altijd met velen in de buurt als hij in de tuin bezig was.
Intussen hoorde ik al gezellige muziek klinken en zag ik dat bewoners van een huis warme chocolademelk met slagroom schonken. Ook mij boden ze een beker aan en dit werd wel coronaproof gedaan. Het smaakte heerlijk terwijl ik naar de schaatsers keek.
Nadat ik mijn chocolademelk ophad ging ik weer verder want een poosje stil staan was toch wel koud.
Ik heb altijd met de reigers te doen ze staan er altijd zo zielig bij met hun hoog opgetrokken rug en zeker nu nu ze geen visje kunnen vangen (trouwens deze foto is met mijn smartphone een dag eerder genomen en dan wordt een ingezoomde foto nooit zo mooi)
Het was een leuk wandelingetje geweest en ik heb genoten van de vele praatjes onderweg met verschillende mensen. Ik besluit dit postje met een foto van de herten van mijn geliefde hertenkamp.

Eems-Oldambtroute (deel2 ) 30-01-2021

Nadat we zaterdag 9 januari de eerste helft van deze autoroute gereden hadden besloten we (mijn schoonzusje en ik) om de andere helft op zaterdag 30 januari te gaan doen. Het weer was er goed voor en er zijn niet veel andere activiteiten die je kunt doen in deze coronatijd. We zouden deze keer bij het eindpunt van de route beginnen en zo reden we naar de plek waar we de vorige keer de route beëindigd hadden.
We begonnen in Noordbroek en kwamen langs de kerk.
De kerk is een kruiskerk, die in het eerste kwart van de 14e eeuw gebouwd is in Roman gotische stijl. De losstaande romaanse toren (bijgenaamd Olle Dodde – “oud, dik en log ding”) is mogelijk iets ouder. De kerk is gewijd aan een onbekende heilige, wellicht een van de leden van het Thebaanse Legioen. Het zegel uit de 17e eeuw toont een krijgsman met wapperende mantel, die in de linkerhand een afbeelding van een kerk, in de rechterhand een lans of vaandel vasthoudt. De middeleeuwse schilderingen in de kerk geven een voorbeeld van hoe destijds thema’s uit het Oude en het Nieuwe Testament met elkaar werden verbonden. 
De schilderingen in de kerk zijn werkelijk prachtig om te zien. Ik heb er in het verleden weleens een kerstnachtdienst met Manlief meegemaakt. (Een tip ga eens in deze kerk kijken tijdens een open dag te want het is echt de moeite waard)
De zon scheen op de torenklok en dat was wel jammer maar ik plaats de foto toch maar.
Ook zag ik het beeld Beeld van een aardappel potende landarbeider van kunstenaar Judith Braun.
De volgende plaats waar we heen gingen was Slochteren. 
Slochteren waar op 29 mei 1959 door de Nederlandse Aardolie Maatschappij het eerste Groningse gas werd ontdekt. Inmiddels gaat ook de grootschalige aardgaswinning gepaard met aanzienlijke problemen. In Groningen treden verzakkingen in de ondergrond op, waardoor regelmatig aardbevingen ontstaan. De laatste jaren nemen de bevingen in sterkte toe en is er ernstige schade aan woningen en andere gebouwen. Dat zorgt voor onrust onder de Groningers, die verschillende protesten tegen de aardgaswinning organiseren. 
Toen we bij de Fraeylemaborg kwamen zagen we dat er redelijk veel auto's op de parkeerplaats stonden velen maakten een wandeling in het park van de borg maar wij waren dat sowieso toch al niet van plan.
De Fraeylemaborg is gelegen op een landgoed van ruim 23 hectare. Het borggebouw ontstond meer dan zeven eeuwen geleden en kreeg aan het eind van de 18de eeuw haar huidige uiterlijk. Het bijbehorende park is aangelegd in Engelse landschapsstijl. Hierbij zijn restanten van de formele barokke aanleg bewaard gebleven, zoals de karakteristieke middenas. De borg werd in de middeleeuwen als steenhuis gesticht en groeide uit tot een imponerend gebouw met invloedrijke bewoners. De laatste bewoners verkochten de borg in 1972 aan de Gerrit van Houten Stichting. Na restauratie werd de Fraeylemaborg een museum. De vertrekken laten het tijdsbeeld tot het midden van de 20ste eeuw zien, de laatste fase van de particuliere bewoning. 
Door de eeuwen heen hebben de bewoners van de Fraeylemaborg het huis uitgebreid en verfraaid. Ze deden hetzelfde met het park rond het huis. Er werden exotische bomen geplant en bijzondere planten geïmporteerd en de aanleg van voorterrein en park maakte verschillende stijlen door. 
Het volgende plaatsje waar we doorheen kwamen was Schildwolde met zijn Juffertoren.
 
Juffertoren is de naam die aan drie kerktorens in Groningen wordt gegeven. Twee hiervan bestaan nog. Eén in Schildwolde bij de hervormde kerk en één in Onstwedde als onderdeel van de Nicolaaskerk. De derde in Holwierde bij de Stefanuskerk stortte in 1836 in en werd in 1855 afgebroken. De torens worden binnen Groningen onderscheiden door hun gemetselde spits. De naam Juffertoren  is waarschijnlijk ontleent aan een juffer, een lange dennenstam die spits toeloopt. Naar analogie hiervan hebben dit soort smalle, hoogoplopende, spits toelopende torens de naam Juffertoren gekregen. Op de toren staat met smeedijzeren cijfers het jaar 1289. Er wordt echter beweerd dat dit jaartal niet klopt. Men denkt dat de cijfers bij een restauratie mogelijk zijn omgewisseld.
De route ging nu naar Hellum naar de Walfriduskerk met zijn witte toren.
Het oorspronkelijk romaanse kerkgebouw dateert uit het einde van de elfde eeuw. De tufsteen van de oorspronkelijke kerk is bij een latere verbouwing hergebruikt, afwisselend met baksteen, wat de kerk een kenmerkend speklagen-exterieur geeft. Vanaf de 15e eeuw had de kerk waarschijnlijk twee torens, een aangebouwde en een losstaande. Waarschijnlijk werd in 1646 de aangebouwde toren verlaagd en onder het kerkdak getrokken. In 1871 werd de losstaande toren afgebroken, waarop in 1872 de huidige aangebouwde toren werd gebouwd.
Rond om de kerk zijn er allemaal oude grafzerken. Op sommige is zelfs de naam nog te lezen hoewel ze al erg oud zijn.
Terwijl ik er foto's maakte kwam er een wat al oudere man op een fiets langs en die zei trots wat een mooi kerkje hé? Op mijn bevestiging zei hij dat er altijd heel veel mensen naar dit kerkje kwamen kijken. Op weg naar Appingedam kwamen we door Steendam,
 een enigszins verspreid wegdorp wat weinig ruimtelijke samenhang kent en ook een centrum ontbreekt er. 
In Appingedam willen we natuurlijk de beroemde hangende keukens zien. Omdat we niet goed wisten waar we deze konden vinden vroegen we het aan een dame die langs de auto liep.
Het was eigenlijk vlakbij en we gingen een steegje door en jawel we zagen ze al direct.
Al in de vroege middeleeuwen was Appingedam een belangrijke zeehaven. Het kreeg stadsrechten in 1327 en was in de omgeving lang de enige stad die het machtige Groningen kon weerstaan. Appingedam heeft een sfeervol historisch centrum. De "hangende keukens" die aan de achterzijde van de huizen boven het water van het Damsterdiep uitsteken, zijn beroemd. Bij de verbouwing van de oorspronkelijke pakhuizen tot woonhuizen heeft men om ruimte te winnen deze ongebruikelijke oplossing gekozen. 
zo zien de huizen met de hangende keukens er aan de voorkant uit
Hierna gingen we op weg naar de havenplaats Delfzijl.
De Haven van Delfzijl is handelshaven en een voormalige marinehaven verbonden met de volle zee door de Eemsmonding van de rivier de Eems, en met het achterland door onder andere het Eemskanaal. De haven van Delfzijl is de op vijf na grootste haven in Nederland. 
De Havenplaats Delfzijl werd in de 13e eeuw gesticht door monniken, die hier in de rivier Delf drie sluizen bouwden. Zo’n vijftig jaar geleden werd de Eemsmondregio waarin Delfzijl ligt, bestempeld tot gebied voor economische ontwikkeling. De oliecrisis van 1973 gooide roet in het eten. Het enorme industriegebied dat was aangelegd, waarvoor enkele schilderachtige dorpen werden weggehaald, is nog altijd maar deels in gebruik.
Vlak langs de route staat het Eemshotel op palen in de Waddenzee en we besloten om er even te kijken omdat we hoopten dat er coffee to go te koop zou zijn maar er waren alleen maar hotdogs en hamburgers te koop en er was ook niets warms te koop om te drinken.
We besloten, ondanks dat het niet in onze route stond, om ook even te kijken bij de andere twee dorpjes die ook moesten verdwijnen voor het industriegebied (Oterdum heb ik al beschreven in deel 1 van onze route)
Eerst gingen we naar Heveskes.
Ook dit dorp stond in de weg en moest wijken voor een aluminiumfabriek. Het café en de school gingen dicht, kapitale boerderijen en huizen werden met de grond gelijk gemaakt. Een dorpsleven ging verloren. Alleen de kerk staat er nog met daaromheen een aantal oude grafzerken. 
Hierna gingen we naar Weiwerd.
In het begin van de jaren ’70 van de vorige eeuw werd ook besloten dat het dorp Weiwerd plaats moest maken voor de komst van fabrieken. De afbraak werd in gang gezet, maar de bewoners gaven zich niet zomaar gewonnen. Bovendien had door de komst van de Eemshaven in 1973 het slopen van Weiwerd geen prioriteit meer. De oliecrisis brak uit waardoor de economische groei tot stilstand kwam en er geen nieuwe bedrijven meer naar Delfzijl kwamen. De sloopwerkzaamheden werden stopgezet. Wat overbleef van Weiwerd waren enkele boerderijen, het verenigingsgebouw en de school. De kerk was afgebroken. De school en een van de boerderijen worden later door brand verwoest. In de loop der jaren is het tij gekeerd. De Stichting Behoud Weiwerd wordt opgericht en krijgt het voor elkaar de toekomst van Weiwerd veilig te stellen. Het Waddenfonds doet een duit in het zakje voor herstel van de wierde. Klinkerpaadjes en meidoornhagen worden hersteld. Last but not least wil Groningen Seaports de overgebleven boerderijen restaureren om er kantoorruimtes in te maken. De terp moet een “brain-wierde” worden. Zover is het nog niet. Het bijna verdwenen dorp ligt er nog verlaten bij.
Je kunt er al mooi wandelen over de klinkerpaadjes die er al zijn aangelegd en ook de meidoornhagen passen mooi in de omgeving.
Aangezien we weer dicht bij Termunten waren gingen we daar weer heen om een vis te eten want dat was ons de vorige keer prima bevallen.
Ook deze keer hebben we weer genoten van deze autoroute. Onderweg kwam bij ons het iedee op om ook eens een keer een aantal van de Oude Groninger kerken te gaan bezichtigen. Dit betreft in hoofdzaak kerken uit de twaalfde en dertiende eeuw en deze zijn ook regelmatig open.