afbeelding van internet
Weken geleden hadden mijn schoonzusje en ik een arrangement geboekt in een hotel op de Veluwe. Het was natuurlijk wel steeds de vraag of het wel door zou kunnen gaan omdat er steeds weer nieuwe regels kwamen m.b.t. tot het corona virus. Maar gelukkig konden we naar het hotel gaan er mocht alleen vanaf 20 uur geen alcohol meer geschonken worden nu dat was voor ons geen probleem.
Onderweg kon je nergens iets gebruiken en we besloten daarom op de heenweg in Bunschoten bij een viskraam aan de haven een lekkerbek te gaan kopen. Manlief zei altijd dat ze daar de lekkerste vis hadden.
Je mocht je vis niet bij de kraam opeten dus waren we genoodzaakt om deze in de auto te eten met het risico dat je een vetvlek op je broek kreeg maar gelukkig gebeurde dit niet.
Hierna bezochten we in Kootwijkerbroek nog een kledingzaak waar ik in het verleden weleens kleding kocht. Ik zocht een trui in een bepaalde kleur maar kon in de buurt van mijn woonplaats niet slagen. Ik vond al snel een trui die mij aanstond en in de juiste kleur. Dus missie geslaagd!
Hierna werd tijd om naar ons hotel te gaan wat midden in de bossen lag.
Het viel ons meteen op hoe ruim opgezet het hotel was. Brede gangen en veel ruimte in de lobby en bar. Op de vraag of we een mondmasker moesten dragen werd gezegd dat dit niet nodig was als je maar 1,5 meter afstand hield en dat ging er gemakkelijk.
Nadat we onze spullen op onze kamer gebracht hadden ( er was in ieder geval een hert die over ons waakte als we sliepen, haha) gingen we naar de lobby om iets te drinken. Ondanks dat er niemand was werd er gezegd ga lekker bij de open haard zitten dan steken we die voor jullie aan. We voelden ons echt welkom.
We deden die avond na het diner spelletjes en keken TV.
De eerste nacht werd ik om 1 uur wakker van keiharde muziek. Toen ik naar buiten keek zag ik natuurlijk niets want het hotel staat immers midden in de bossen. Het duurde minstens een uur en ik dacht zou dit nu een illegaal feest kunnen zijn. Maar ik vond het wel een gekke dag hiervoor het was immers van donderdag op vrijdagnacht.
Toen ik het 's morgens aan de ober bij het ontbijt vroeg zei deze dat het waarschijnlijk uit een van de appartementen die ook op het terrein staan gekomen was.
We wilden tijdens deze twee dagen o.a. het park van kasteel Staverden bezoeken.
Graaf Reinald van Gelre stichtte rond 1300 een
nederzetting op de noordelijke Veluwe, niet ver van Harderwijk. De nederzetting
had moeten uitgroeien tot een stad, maar de vestigingsplaats was hiervoor
blijkbaar niet geschikt. Tot veel meer dan het door de graaf gebouwde kasteel
en wat boerderijen er om heen, is het nooit gekomen.
Het kasteel werd door de hertogen van Gelre destijds veelvuldig gebruikt als jachtslot. Sinds 1400 woonden er leenmannen op kasteel Staverden, die het kasteel voor de graaf moesten bewaren en verdedigen. Zij hadden ook de verplichting om witte pauwen te houden. De veren van deze pauwen moesten dienen om de hoofdtooi van de grafelijke helmen te verfraaien. Daarom wordt kasteel Staverden ook wel de Witte Pauwenburcht genoemd. Ook vandaag de dag worden er op Staverden witte pauwen gehouden, hoewel er al lang geen graven van Gelderland meer zijn en er geen helmen meer met pauwenveren gesierd behoeven te worden.
Omstreeks 1600 kwam het kasteel in handen van de Van Haersoltes, die het kasteel in de volgende twee eeuwen verbouwden tot een meer bewoonbaar huis. Omstreeks 1840 werd het huis, dat inmiddels in andere handen was overgegaan, opnieuw verbouwd naar de eisen van die tijd. Kasteel Staverden kreeg zijn huidige vorm, op de oude dertiende-eeuwse fundamenten, pas in 1905, nadat het landgoed was aangekocht door Mr. 's Jacob, burgemeester van Rotterdam. Zijn erfgenamen verkochten het huis aan de huidige bezitter, de stichting Het Geldersch Landschap.
Het huidige kerkgebouw werd in de 15e eeuw gebouwd als
vervanging van een oudere kerk uit de elfde eeuw. Het oorspronkelijke
bouwmateriaal, tufsteen uit de Eifel, werd hierbij hergebruikt. Het koor werd
in het begin van de zestiende eeuw toegevoegd. Het onderste deel van de toren
dateert uit de dertiende eeuw. Aan het eind van de vijftiende eeuw werd de
toren verhoogd met een bakstenen gedeelte. De huidige spits werd geplaatst in
1867.
Ook wilde ik graag het voormalig station Beekbergen zien ik was er in het verleden al vaak langs gekomen als we op de Veluwe kampeerden.
Het is nu het hart van een levend spoorwegmuseum: het Museumstoomdepot met een zeer omvangrijke collectie materieel, een grote werkplaats, een prachtig oud stationsgebouw met een authentiek station kantoor, een grote draaischijf voor het draaien van de stoom- en diesellocomotieven, een rijdende kolenkraan, waterkolommen, vleugelseinen, handbediende overwegen.
Ook stond een bezoek aan de waterval van Loenen op ons programma. Trouwens ik wist niet eens dat daar een waterval was.
Een waterval in Nederland klinkt voor een plat land als een tegenstelling. Er zijn geen bergen, hooguit wat heuvels. En een groot deel ligt onder de zeespiegel dat overstroomt als de dijken doorbreken. Toch heeft Nederland een heuse waterval. Met een verval van 15 meter - op papier net zoveel als de beroemde Watervallen van Coo in België - is de waterval bij Loenen op de Veluwe de hoogste van Nederland.
Voor de economische ontwikkeling van Apeldoorn werd in
1825 het Apeldoorns Kanaal gegraven. Om de toevoer van water in het kanaal
veilig te stellen, werden in de bossen van het Schalter kunstmatige beekjes
(sprengen) aangelegd. Zo'n spreng ontspringt uit een kunstmatig aangelegde bron
waaruit grondwater omhoog borrelt.
De Vrijenbergspreng en de Veldhuizerspreng zijn de
grootste sprengen in het gebied. Beide zijn ongeveer 6 kilometer lang en door
de vele zijsprengen wordt er geleidelijk een brede beek gevormd.
Omdat het hoogteverschil in de Vrijenbergspreng nogal
fors was, werd een waterval met trappen aangelegd. Het totale verval is zo'n 15
meter. Bij zo'n verloop verwacht je natuurlijk volop spektakel, maar de
werkelijkheid is iets anders. De Loenense waterval is weliswaar een heuse
waterval, maar dan op z'n Nederlands!Op het pad naar de waterval kwam ik ook nog een paar paddenstoelen tegen maar weer geen kabouters, haha.
Wanneer we tegen het donker weer aankwamen bij het hotel vond ik dat het er sprookjesachtig uitzag.
We hebben heerlijke dagen gehad en we troffen het echt met het weer. Toen we weer naar huis gingen heb ik de traditie in ere gehouden die ik altijd met Manlief had als we van de Veluwe terug naar huis gingen om bij bepaalde zaken zoals b.v. bij een slager grillworst mee naar huis te nemen.
Ondanks dat je nergens in een restaurant kon gaan zitten kon je wel op veel plaatsen coffee to go kopen en dat dan maar in de auto opdrinken.